Labels

zondag 30 mei 2010

Nationale d'Élevage


Over een week is hij er weer. De Nationale d'Élevage van de franse Club du Bleu de Gascogne, Gascon Saintongeois, Ariégeois. Dit jaar wordt het op 6 juni 2010 in Salon de Provence, in het Domaine de Roquerousse gehouden. Dit ligt tussen Avignon en Marseille in.
De Nationale d'Élevage is altijd een gezellige happening. Zie het als een soort familie-reuni. De meeste exposanten brengen al hun honden mee, voor zover dat mogelijk is. Vele meutes zijn dan ook aanwezig. Behalve de 3 Bleu rassen zijn er 2 Gascon rassen en de Ariégeois aanwezig. Meestal zijn er 400 à 500 honden. Er zijn ook wel jaren geweest van over de 700 honden. Genoeg moois te zien en veel te praten.
Maar helaas, ook dit jaar zal ik niet van de partij zijn, zoals dat de laatste jaren ook al niet zo was. Al het moois en leuks gaat aan mijn neus voorbij. Voor alle uitnodigingen en inschrijvingen moet ik bedanken, doordat ik niemand heb die mijn honneurs kan waarnemen tijdens mijn afwezigheid. Dat is het nadeel van oude honden. Je kan dan niet gemist worden.
Twee weken na de Nationale d'Élevage is er in Chambord de Régionale d'Élevage op 20 juni 2010, tijdens de daar gehouden Game Fair. Ten zuidwesten van Orléans en even ten noordoosten van Blois. Daar zullen weer vele meutes aanwezig zijn. Dit wordt gehouden op de terreinen van het Kasteel Chambord. Ook al een droom om daar doorheen te lopen.


donderdag 13 mei 2010

Multum in parvo

Mijn kleine oude baas kan het nog. Lutin d’Ambre de Chassagne. Zijn naam zegt al dat hij klein is van postuur. Maar groots zijn z’n daden. Nou ja, zijn………, beter gezegd: waren zijn daden. Over 2 maanden is hij 15 jaar. Afgelopen najaar kreeg hij last met zijn hart. En wilde eigenlijk het veld niet meer in. Zelfs niet meer jagen. En in de winter ging hij snel achteruit. Door medicatie is hij toch langzaam weer opgeknapt en kan nu weer goed mee komen.

Toen hij nog jong was tekende hij al zo. En dat doet hij nog steeds. Afgelopen week nog. We lopen op een weggetje. Hij stopt. Steekt zijn neus in een bepaalde richting. Ik doe hetzelfde, alleen kijk ik met mijn ogen. Mijn ogen staan een hele ruime meter boven de zijne. Maar ik zie niets. Ik kijk nog eens naar hem. Zijn neus beweegt zich heen en weer, om de door hem zo geliefde lucht op te nemen. Ik kijk weer het veld in, zie nog steeds niets.

Zo’n 300 meter verderop zie ik toch 2 kleine bruine bergjes. Zijn het hazen of molshopen? Geen beweging te zien. Ook geen oren. Ik kan natuurlijk wel een poos blijven kijken of een molshoop in beweging wil komen. Daar heb ik geen zin in en loop door. Ik kijk nog een paar maal of die molshopen tot leven komen. Verdraaid. Twee paar oren. Twee spelende hazen.

Jammer, in dat veld hebben we geen permissie. Snel geef ik het commando “en meute” en we vervolgen onze weg. Genietende, dat ondanks zijn misère zijn neus nog steeds goed werkt.



dinsdag 11 mei 2010

Mijmeringen over mijn meute



Eens ……………………. waren wij een jagende meute, met een 20-tal Basset Bleu de Gascogne. Er werd gejaagd op konijn. Het ging mij niet zozeer om de prooi, eigenlijk helemaal niet, maar om het spel tussen de honden en het wild. Konijnen zijn kien in het verzinnen van trucs om hun belagers om de tuin te leiden. En dat is leuk om te zien hoe de honden dat dan weer moeten oplossen.
De Basset Bleu de Gascogne is een tamelijk langzame hond tijdens de jacht en drijft het wild daardoor ook langzaam op. Omdat je vaak op dezelfde terreinen jaagt, kennen de konijnen de meute dan ook. Dit ras is dermate langzaam, zodat ze nooit een gezond konijn te pakken kunnen krijgen. Enkel een ziek konijn valt ten prooi.
Maar ……………………. dit was eens.
Nu zijn we een oude, voor het grootste deel minder valide en inmiddels snel uitstervende, meute. Ging vroeger de hele meute in één keer mee, nu is de rest, wat nog over is, verdeeld in kleine groepjes. Ieder groepje in zijn eigen tempo, met zijn eigen beperkte afstand. Gejaagd wordt er niet meer. Nou ja, tijdens de dagelijkse wandeling zijn er nog 2 koppels die ik wel eens laat gaan, om ze nog even aan hun trekken te laten komen, zolang zij het lichamelijk nog aankunnen.
Een meutehond heeft geen gelukkige dag gehad, als hij niet heeft kunnen speuren.
Het hoeft helemaal geen lang spoor te zijn om hem gelukkig te maken. Als hij maar heeft KUNNEN speuren. Dit zit nu eenmaal al eeuwen lang in zijn genen. En wild zit er altijd wel in het veld. Dus kunnen we dan ook aan zijn behoeften voldoen.
Ik ga bijna dagelijks met ze het veld door. Ik heb daarvoor terreinen tot mijn beschikking, verdeeld over bouwland en weiland, waarvan het bouwland maar een deel van het jaar beschikbaar is.
Doordat er sinds jaren al niet meer gejaagd werd met de meute, hebben de honden ook maar haas toegevoegd op hun jachtlijst.
Op eigen terrein hebben we konijn, maar in het veld zit hoofdzakelijk haas, soms konijn. Maar ook ree, vos en veel kleinwild, zoals bunzing en zijn kleinere soortgenoten. Er zit ook veel gevogelte, maar daar wordt niet naar omgekeken. Alleen konijn en haas staat op hun verlanglijstje.
Zodra ik een veld in ga met ze, merk ik direkt aan de honden of er ergens konijn of haas is. Sporen worden nauwkeurig uitgewerkt. En groot is het feest als ze er eentje opstoten. Zolang die maar binnen het toegestane veld blijft, is het lol. Gaat deze naar een ander terrein, dan is de jacht voor de honden ten einde. Dan blaas ik ze terug. Wat hoe langer hoe moeilijker gaat, omdat hun gehoor afgenomen is. Werkte ik in het verleden veel met gebaren, heeft ook bij slechtziende honden geen zin meer. Ik moet dus hoe langer hoe alerter worden, om ze voor ongevallen te behoeden. Dit was in het verleden geen punt. Toen hielden de honden MIJ in de gaten. Als ik ze niet snel genoeg kon volgen tijdens de jacht, kwamen ze op hun spoor terug om mij te zoeken. Zodra ik weer in zicht was, draaiden ze ogenblikkelijk weer om, hun jacht verder te vervolgen. Teamgeest. Zeer sterk aanwezig bij een meutehond.
Soms was het moeilijk. Peentjes zweten zo gezegd. Maar altijd weer een spannend en mooi samenspel. En een tevreden einde. Alhoewel er toch altijd wel honden waren die er geen genoeg van konden krijgen.
Bleus zijn zeer spoorvast. Tussen de vele konijnen die vaak aanwezig waren, zelfs ook duidelijk zichtbaar, moest er altijd ééntje uitgekozen worden om te volgen. Dan was het prachtig om te zien dat de rest van de konijnen wist dat ze rustig hun bezigheden konden vervolgen en zich dan ook niet aan de meute stoorden.