Labels

zaterdag 20 november 2010

Hondentrouw

Lulu is één van de buitenhonden. Ze hebben verwarmde binnenkennels en kunnen zelf kiezen waar ze zich willen ophouden.
Lulu
is het voorbeeld van hondentrouw
. Toen zijn makker gestorven was heeft hij 1½ jaar zitten wachten bij de poort. Hopende op zijn terugkomst.
Nu hij ouder is, zit hij de hele dag te wachten op mij. De hele dag hangt of zit hij buiten om hij maar een glimp van me op te kunnen vangen en wachten tot we eindelijk gaan wandelen. Inmiddels is hij al aardig blind en ook doof. Maar hij "ziet" nog steeds alles.
Wordt het buitenzitten hem te koud, dan haalt hij uit de kennel een kleed om het zich wat comfortabeler te maken. Totdat ook dat hem te gortig wordt, dan gaat hij naar binnen, trekt weer ergens een kleed of kussen vandaan en legt dat achter het hondenluik. Daar zit meneer dan verder de boel in de gaten te houden.
Zoals op onderstaand filmpje.

maandag 25 oktober 2010

Mode

Als goedgeaarde jachthond kan je niet achterblijven bij het hedendaagse modebeeld. Het is inmiddels weer najaar en de nachtvorst maakt het gras bijzonder koud en nat voor deze laagbenige jager. Een aangepast tenue is dan ook niet overbodig voor de kortharige zuiderling.
Pommeline toont hier de nieuwe jacht-outfit voor het komende jachtseizoen 2010-2011.

zondag 15 augustus 2010

Verdriet en vreugde


Geheel onverwachts is op 5 juli Picotin overleden aan een hartstilstand. Hij was een gezonde hond van net 11 jaar. Nooit in zijn leven heeft hij iets gemankeerd. Ik dacht dat hij toch wel nog enige jaren mee zou gaan. Maar dit mocht jammer genoeg niet zo zijn.
Als je veel honden hebt, wisselen verdriet en vreugde zich regelmatig af.
Zijn grootvader Lulu viert vandaag zijn 15e verjaardag. Zijn verjaardag begon vanmorgen vreugdevol voor hem, met een korte spurt achter een jong konijn. Heel zacht kwam er een geluid uit zijn keel: "ooh". Zijn dag kon niet meer stuk.




woensdag 16 juni 2010

Wie hem gevonden heeft, mag hem hebben

Het overkomt me regelmatig als ik loop te wandelen met de meute, dat ik in dagdromen verzink. Dan zie ik plotseling vanuit een ooghoek iets bewegen in een perceel, waar niets in hoort te bewegen, omdat daar geen vee in loopt. Honden! Honden? Jazeker honden. En wel mijn eigen honden. Ik heb weer niet opgelet. Ze lopen gelijk met me op, alleen meestal tientallen meters van mij af. Ik roep dan: “hé”. Waarop de meesten direct richting mij, dus de sloot, lopen. Sommigen draaien om en gaan terug over de dam, die zij genomen hadden. Michelle deed dat nooit. Zij ging altijd linea recta naar mij. Dus door de sloot. En dat was (en is) altijd mijn grote angst, omdat de kanten meestal zo steil zijn, dat de honden daar niet meer zelfstandig uit kunnen komen. Ik heb dan ook menig keer voor Michelle op mijn buik in de slootkant gelegen, doorgaans in de brandnetels, graaiende door riet, brandnetels en andere prachtige planten, naar een spartelende hond, om die weer op het droge te kunnen trekken. Blij dat ze altijd een halsband om hebben, waar je naar kan grijpen.

Ik loop nu met weinig honden, wat al zo raar kijkt. Daar kan ik toch moeilijk aan wennen en kijk dan voortdurend in het rond waar de andere zijn, die er natuurlijk niet zijn.

Deze keer was ik 1 koppel kwijt. Ik wist gewoon niet WAAR ik moest kijken. Lege weilanden, een vrij kaal bouwland, een rij dikke bomen, enkele struiken, wat halfdroge greppels en veel sloten. Hemel, was ik weer aan het dagdromen. Zijn ze misschien verdronken? Wie ben ik kwijt? Waar heb ik ze voor het laatst gezien.

Na een paar maal rondgedraaid te hebben, op mijn hoorn geblazen, komen ze “boven water”. Vanuit de halfdroge greppel. Ze hadden wat geroken en hun neus gevolgt. Ze liepen met de dode haas te sjouwen. Heel mooi, heel lekker, wie hem gevonden heeft, mag hem hebben, maar laat toch maar lekker liggen. En dat doen ze dan ook braaf. Toen wilden de anderen hem ook wel even beetpakken. Nou o.k., even dan.




zondag 30 mei 2010

Nationale d'Élevage


Over een week is hij er weer. De Nationale d'Élevage van de franse Club du Bleu de Gascogne, Gascon Saintongeois, Ariégeois. Dit jaar wordt het op 6 juni 2010 in Salon de Provence, in het Domaine de Roquerousse gehouden. Dit ligt tussen Avignon en Marseille in.
De Nationale d'Élevage is altijd een gezellige happening. Zie het als een soort familie-reuni. De meeste exposanten brengen al hun honden mee, voor zover dat mogelijk is. Vele meutes zijn dan ook aanwezig. Behalve de 3 Bleu rassen zijn er 2 Gascon rassen en de Ariégeois aanwezig. Meestal zijn er 400 à 500 honden. Er zijn ook wel jaren geweest van over de 700 honden. Genoeg moois te zien en veel te praten.
Maar helaas, ook dit jaar zal ik niet van de partij zijn, zoals dat de laatste jaren ook al niet zo was. Al het moois en leuks gaat aan mijn neus voorbij. Voor alle uitnodigingen en inschrijvingen moet ik bedanken, doordat ik niemand heb die mijn honneurs kan waarnemen tijdens mijn afwezigheid. Dat is het nadeel van oude honden. Je kan dan niet gemist worden.
Twee weken na de Nationale d'Élevage is er in Chambord de Régionale d'Élevage op 20 juni 2010, tijdens de daar gehouden Game Fair. Ten zuidwesten van Orléans en even ten noordoosten van Blois. Daar zullen weer vele meutes aanwezig zijn. Dit wordt gehouden op de terreinen van het Kasteel Chambord. Ook al een droom om daar doorheen te lopen.


donderdag 13 mei 2010

Multum in parvo

Mijn kleine oude baas kan het nog. Lutin d’Ambre de Chassagne. Zijn naam zegt al dat hij klein is van postuur. Maar groots zijn z’n daden. Nou ja, zijn………, beter gezegd: waren zijn daden. Over 2 maanden is hij 15 jaar. Afgelopen najaar kreeg hij last met zijn hart. En wilde eigenlijk het veld niet meer in. Zelfs niet meer jagen. En in de winter ging hij snel achteruit. Door medicatie is hij toch langzaam weer opgeknapt en kan nu weer goed mee komen.

Toen hij nog jong was tekende hij al zo. En dat doet hij nog steeds. Afgelopen week nog. We lopen op een weggetje. Hij stopt. Steekt zijn neus in een bepaalde richting. Ik doe hetzelfde, alleen kijk ik met mijn ogen. Mijn ogen staan een hele ruime meter boven de zijne. Maar ik zie niets. Ik kijk nog eens naar hem. Zijn neus beweegt zich heen en weer, om de door hem zo geliefde lucht op te nemen. Ik kijk weer het veld in, zie nog steeds niets.

Zo’n 300 meter verderop zie ik toch 2 kleine bruine bergjes. Zijn het hazen of molshopen? Geen beweging te zien. Ook geen oren. Ik kan natuurlijk wel een poos blijven kijken of een molshoop in beweging wil komen. Daar heb ik geen zin in en loop door. Ik kijk nog een paar maal of die molshopen tot leven komen. Verdraaid. Twee paar oren. Twee spelende hazen.

Jammer, in dat veld hebben we geen permissie. Snel geef ik het commando “en meute” en we vervolgen onze weg. Genietende, dat ondanks zijn misère zijn neus nog steeds goed werkt.



dinsdag 11 mei 2010

Mijmeringen over mijn meute



Eens ……………………. waren wij een jagende meute, met een 20-tal Basset Bleu de Gascogne. Er werd gejaagd op konijn. Het ging mij niet zozeer om de prooi, eigenlijk helemaal niet, maar om het spel tussen de honden en het wild. Konijnen zijn kien in het verzinnen van trucs om hun belagers om de tuin te leiden. En dat is leuk om te zien hoe de honden dat dan weer moeten oplossen.
De Basset Bleu de Gascogne is een tamelijk langzame hond tijdens de jacht en drijft het wild daardoor ook langzaam op. Omdat je vaak op dezelfde terreinen jaagt, kennen de konijnen de meute dan ook. Dit ras is dermate langzaam, zodat ze nooit een gezond konijn te pakken kunnen krijgen. Enkel een ziek konijn valt ten prooi.
Maar ……………………. dit was eens.
Nu zijn we een oude, voor het grootste deel minder valide en inmiddels snel uitstervende, meute. Ging vroeger de hele meute in één keer mee, nu is de rest, wat nog over is, verdeeld in kleine groepjes. Ieder groepje in zijn eigen tempo, met zijn eigen beperkte afstand. Gejaagd wordt er niet meer. Nou ja, tijdens de dagelijkse wandeling zijn er nog 2 koppels die ik wel eens laat gaan, om ze nog even aan hun trekken te laten komen, zolang zij het lichamelijk nog aankunnen.
Een meutehond heeft geen gelukkige dag gehad, als hij niet heeft kunnen speuren.
Het hoeft helemaal geen lang spoor te zijn om hem gelukkig te maken. Als hij maar heeft KUNNEN speuren. Dit zit nu eenmaal al eeuwen lang in zijn genen. En wild zit er altijd wel in het veld. Dus kunnen we dan ook aan zijn behoeften voldoen.
Ik ga bijna dagelijks met ze het veld door. Ik heb daarvoor terreinen tot mijn beschikking, verdeeld over bouwland en weiland, waarvan het bouwland maar een deel van het jaar beschikbaar is.
Doordat er sinds jaren al niet meer gejaagd werd met de meute, hebben de honden ook maar haas toegevoegd op hun jachtlijst.
Op eigen terrein hebben we konijn, maar in het veld zit hoofdzakelijk haas, soms konijn. Maar ook ree, vos en veel kleinwild, zoals bunzing en zijn kleinere soortgenoten. Er zit ook veel gevogelte, maar daar wordt niet naar omgekeken. Alleen konijn en haas staat op hun verlanglijstje.
Zodra ik een veld in ga met ze, merk ik direkt aan de honden of er ergens konijn of haas is. Sporen worden nauwkeurig uitgewerkt. En groot is het feest als ze er eentje opstoten. Zolang die maar binnen het toegestane veld blijft, is het lol. Gaat deze naar een ander terrein, dan is de jacht voor de honden ten einde. Dan blaas ik ze terug. Wat hoe langer hoe moeilijker gaat, omdat hun gehoor afgenomen is. Werkte ik in het verleden veel met gebaren, heeft ook bij slechtziende honden geen zin meer. Ik moet dus hoe langer hoe alerter worden, om ze voor ongevallen te behoeden. Dit was in het verleden geen punt. Toen hielden de honden MIJ in de gaten. Als ik ze niet snel genoeg kon volgen tijdens de jacht, kwamen ze op hun spoor terug om mij te zoeken. Zodra ik weer in zicht was, draaiden ze ogenblikkelijk weer om, hun jacht verder te vervolgen. Teamgeest. Zeer sterk aanwezig bij een meutehond.
Soms was het moeilijk. Peentjes zweten zo gezegd. Maar altijd weer een spannend en mooi samenspel. En een tevreden einde. Alhoewel er toch altijd wel honden waren die er geen genoeg van konden krijgen.
Bleus zijn zeer spoorvast. Tussen de vele konijnen die vaak aanwezig waren, zelfs ook duidelijk zichtbaar, moest er altijd ééntje uitgekozen worden om te volgen. Dan was het prachtig om te zien dat de rest van de konijnen wist dat ze rustig hun bezigheden konden vervolgen en zich dan ook niet aan de meute stoorden.